op. Hoe heet het was weten we niet (Cruise heeft natuurlijk geen boardcomputer die dit vermeld) maar iedere keer dat we daar geweest zijn worden we weer getroffen door de enorme hitte. De föhn die je letterlijk de adem beneemt. Tim gaf het na een paar minuten al op en liep terug naar de camper. Denise en ik volgden niet veel later. De mannen hebben het nog behoorlijk lang uitgehouden. Zolang je buiten bent zweet je nauwelijks, althans dat lijkt zo maar zodra je dan weer in de koelte van de airco komt zweet je uit al je poriën. We reden Death Valley
uit via de Jubilee Pass. Deze weg hadden we nog nooit gereden maar was zeker de moeite waard. In Shoshone
zagen we dat de benzineprijzen nog hoger
waren dan in Death Valley zelf: 5,15 per gallon. Een paar kilometer verderop in Pahrump hebben we de tank volgegooid voor 2,59 pg. Ik blijf me iedere keer verbazen over die verschillen. Hier hebben we ook meteen
het propaan weer aangevuld zodat we dat later in Las Vegas niet meer hoefden te doen. We
reden rechtstreeks naar het vliegveld om Matthew op te pikken. Met onze hoge RV mochten wij echter nergens door. We werden gesommeerd om meteen door te rijden. Denise en Jony
zijn uitgestapt en zouden wel een taxi naar de camping nemen. Wij reden
meteen door naar de camping. Een vreemde gewaarwording om eerst door security
te moeten voordat we het terrein op konden. Het inchecken