Ons verblijf in Moab zit er weer op. Wat is het hier toch ontzettend mooi. Maar nu is het ook weer fijn om verder te gaan. Rond half 10 vertrokken we hier. We hadden ons ontbijtje al op. Toch handig als je dat gewoon bij de receptie kunt halen. De kinderen namen nog wat mandarijnen voor onderweg mee. We stopten als eerste een paar honderd meter verderop bij de Citymarket. We moesten weer wat boodschappen doen. Vooral het drinken gaat er met dit weer hard doorheen. Daarna verlieten we Moab en even verderop stopten we bij de Hole 'n the Rock. Hoe kitscherig wil je het hebben. En wat een zonde dat ze zo'n grote letters op die rode rotsen
kalken. Maar de jeep en de stier die er stonden waren best wel grappig. Die waren helemaal van allerlei ijzerwaren in elkaar gezet. We zagen scharen, bouten, sleutels, pikhouwelen, bougies, kentekenplaten enz. Daar moet toch iemand heel veel tijd ingestoken hebben. We kwamen verderop nog een mooie boog tegen: de Wilson Arch. De omgeving bleef prachtig. Rond één uur begonnen we aan de Valley of
the Gods road. Dit was weer een dirtroad, daar draaien we nu onze hand niet meer voor om. Zelfs met onze minivan was hij goed te rijden, de staat van de weg was prima. Wat een ontzettend mooi gebied is dit. De rotsen zijn hier nog roder dan in Moab.
Daar waren ze meer oranje hier zijn ze veel donkerder van kleur. Met een
strakblauwe lucht erboven kwam